Cor Gloudie, mijn levensverhaal 
In Dedemsvaart vierden wij ook de bevrijding. Dat was zo bijzonder en ik hoop het nooit te vergeten. Roy en Yosh kennen de verhalen die ik altijd vertelde over dat ik wel 3 weken aan het papiertje van de chocolade geroken heb dat ik van een Canadese militair had gekregen. Mijn vader moest naar Duitsland om te werken. Later, na zijn overlijden, kwamen we erachter dat hij ook nog getrouwd is geweest. Dat geheim heeft hij meegenomen in zijn graf. Hij blijkt het gedaan te hebben om een Joods vrouwtje te redden. Na een aantal maanden werd ik naar Delfzijl gebracht waar mijn moeder was en waar de Canadezen mij van de schurft hebben afgeholpen. Waarom mijn moeder daar dan al was en andere details zijn dan toch dingen die je wel kwijt bent. Schurft was toen iets wat heel gewoon was. De slechte hygiëne, de armoede, veel mensen bij elkaar. Jeuk, heel veel jeuk. Dat soort ziektes kom je tegenwoordig niet meer tegen. Nee, dan komt er wel weer wat anders zoals het Coronavirus wat ons al 1,5 jaar van elkaar houdt. Wij logeerden bij Ome Tjaab en tante Alie. Het waren vrienden van mijn moeder en schatten van mensen. Mijn moeder heeft haar hele leven contact gehad met Ome Tjaab en tante Alie. Ze zijn naar Amsterdam verhuisd. Na Delfzijl zijn we met ons gezin naar Waterlands Kerkje in Zeeland verhuisd. Hoe ik daar dan weer gekomen ben is een raadsel. Wel weet ik dat we er een jaar gewoond hebben en dat ik er ook nog naar school en de voetbalvereniging ging. Na een jaar gingen we terug met een taxi naar Rotterdam omdat oma Vendeloo ziek was.